Onze visie/beleid

ONZE VISIE/BELEID

Algemeen Ieder kind krijgt, ongeacht zijn/haar culturele, religieuze en maatschappelijke achtergrond, specifieke aandacht.
Er wordt rekening gehouden met zijn/haar fysieke, motorische en psychische ontwikkeling.
Tijdens de lessen wordt er door twee leraren gedifferentieerd, opdat ieder kind op zijn/haar niveau succes weet te behalen.
Veel aandacht geven is alleen mogelijk door de groepen bewust klein te houden en de mens achter de judoka te leren kennen. Het maximum toelaatbare is dan ook 18 judoka`s.
Uiteraard is een goede samenwerking tussen ouders/school en vereniging van essentieel belang.

 

ONGEWENST GEDRAG EN SEKSUELE INTIMIDATIE

Sport levert prachtige momenten op en sport is leuk om te doen! Maar die mooie emoties die bij sport horen, kunnen ook omslaan in onsportief of ongewenst gedrag.
De sportbonden en NOC*NSF vinden dat iedereen een leven lang moet kunnen genieten van sport. Daarom gaan zij samen met verenigingen ervoor zorgen dat ieder individu zich veilig en prettig voelt in de sport en zichzelf kan zijn. Het programma ‘Naar een veiliger sportklimaat’ is opgezet om gewenst gedrag te stimuleren en ongewenst gedrag in en rondom sport aan te pakken.

Ook Shin Hajimeru zet in op het vergroten van de kennis en vaardigheden van de direct betrokkenen: verenigingsbestuurders, trainers, coaches, begeleiders, scheidsrechters en officials. Deze groepen zijn als geen ander in staat om sporters aan te spreken op hun gedrag, om ouders  bewust te maken van hun rol en om supporters meer bewustzijn bij te brengen op het gebied van sportiviteit en respect.

Seksuele intimidatie en/of ongewenst gedrag zoals pesten, is al lang geen nieuw begrip meer in Nederland. Ook binnen de sport komt het voor. Al snel denken we hierbij aan jonge sporters die slachtoffer zijn geworden van volwassen begeleiders. Maar het vindt ook plaats tussen sporters onderling, of tussen begeleiders.

Indien slachtoffers melding willen doen van een geval van seksuele intimidatie, is het een probleem als ze daarvoor geen vertrouwd aanspreekpunt vinden binnen de vereniging of bond. Het is een onderwerp dat niet makkelijk bespreekbaar is. Het ontbreken van een luisterend oor, van iemand die raad geeft, maakt het extra moeilijk. Hierdoor zien slachtoffers ervan af hun klacht te melden. Daardoor blijven zeer ongewenste en voor slachtoffers pijnlijke situaties voortbestaan. Dit moet niet en is ook niet nodig. Daarom heeft Shin Hajimeru besloten tot het aanstellen van VCP-ers. VCP staat voor Vertrouwens Contact Persoon. Shin Hajimeru heeft twee VCP-ers binnen de vereniging. Zij hebben een recente VOG (Verklaring Omtrent Gedrag.

 

Wat doet een VCP-er?
Een VCP-er biedt een luisterend oor en helpt de melder de juiste weg te vinden naar hulp. Daarnaast stelt een VCP-er in samenwerking met het bestuur regels op tot preventie van grensoverschrijdend gedrag.

 

 

Wanneer stap je naar een VCP-er?
Op het moment dat je grensoverschrijdend gedrag constateert, dat kan variëren van pestgedrag tot discriminatie en van (seksuele) intimidatie tot bedreiging en alles wat er tussen zit. Op het Youtube kanaal van NOC*NSF  zijn een aantal filmpjes te vinden die uitleggen wat dit grensoverschrijdende gedrag is en waar je op moet letten.

 

Wat doet een VCP-er met een melding die hij/zij krijgt?

De melding wordt in vertrouwen gedaan en zal altijd op vertrouwelijke wijze behandeld worden. Een VCP-er heeft niet altijd direct een antwoord klaar, maar zal met de melder een verdere afspraak maken. Indien de bewuste VCP’er het advies van een mede-VCP’er nodig heeft, zal hij/zij eerst toestemming moeten vragen aan de melder. Uiteraard blijft de naam van de melder tijdens dat overleg anoniem.  De VCP-er zal de melding bij het bestuur neerleggen – op verzoek van de melder kan ook dit anoniem.

 

Voor wie zijn de VCP-ers beschikbaar?

Voor alle leden, trainers, ouders en begeleiders.

Alle vragen worden met discretie behandeld.

Wij zijn de VCP-ers

Coen de Jager 0615892572          Hanneke de Wilde 0624893492

 

 

Protocol tegen pestgedrag

Judo vereniging Shin Hajimeru  wil haar leden een omgeving bieden waarin deze zich op een prettige en positieve wijze kunnen ontwikkelen. Pesten verstoort dat! Het is belangrijk om een duidelijk en helder beleid te hebben waar alle betrokkenen op kunnen terugvallen in voorkomende pestsituaties. Shin Hajimeru wil haar leden een omgeving bieden waarin deze zich op een prettige en positieve wijze kunnen ontwikkelen. Pesten verstoort dat! Het is belangrijk om een duidelijk en helder beleid te hebben waar alle betrokkenen op kunnen terugvallen in voorkomende pestsituaties. Shin Hajimeru heeft een inspanningsverplichting om pestgedrag te voorkomen en aan te pakken door het scheppen van een veilig sportklimaat, waarbinnen pesten als ongewenst gedrag wordt ervaren en in het geheel niet wordt geaccepteerd. De trainers/coaches hebben hierin een zeer belangrijke rol. Zij moeten alert zijn op pestgedrag in algemene zin. Indien pestgedrag optreedt, moeten zij duidelijk stelling nemen en actie ondernemen tegen dit gedrag. Zij zullen helder en duidelijk moeten maken dat pestgedrag niet geaccepteerd wordt. De trainers/coaches bieden in eerste instantie de gepeste sporter bescherming, spreken met de pester en zijn ouders en richten zich vervolgens op de zwijgende middengroep en de meelopers. Hulp aan het gepeste kind: De begeleiding van de gepeste sporter is van groot belang. Het kind is vaak eenzaam, feitelijk slachtoffer en heeft recht op gepaste zorg vanuit de vereniging. Naast het voorkomen van nieuwe ongewenste ervaringen staat het verwerken van negatieve ervaringen centraal. Dit gebeurt vooral door gesprekken met de trainers/coaches en waar nodig met verwijzing naar de vertrouwenscontactpersonen (VCP-ers) binnen Shin Hajimeru. Hulp aan de pester: Pesters zijn niet in staat om op een normale wijze met anderen om te gaan en hebben dus óók hulp nodig. Die hulp kan bestaan uit één of meerdere gesprekken waarin duidelijk zal worden aangegeven dat zijn/haar gedrag niet geaccepteerd wordt. De zwijgende middengroep en de meelopers: De zwijgende middengroep is van groot belang in de aanpak van het pestprobleem. Die groep dient duidelijk te worden betrokken bij het oplossen en verder voorkomen van dit probleem. De ouders van het gepeste kind: Voor hen is het van belang dat Shin Hajimeru het pesten serieus aanpakt. Zij worden regelmatig op de hoogte gehouden van ondernomen acties. De ouders van de pester(s) worden altijd op de hoogte gebracht van het ongewenste gedrag van hun kind. Zij hebben er recht op te weten dat hun kind in sociaal opzicht ongewenst gedrag vertoont dat dringend verbetering behoeft. Zij dienen een duidelijk rol te spelen in de aanpak van het pestgedrag van hun kind. Het pestprotocol is een vastgelegde wijze waarop we het pestgedrag in voorkomende gevallen benaderen. Het biedt alle betrokkenen duidelijkheid over de ernst, de gevolgen en over de specifieke aanpak van dit ongewenste gedrag. De VCP-ers zijn te bereiken via het emailadres opgenomen in de contactgegevens van de vereniging en via de in de contactpersonenlijst opgenomen telefoonnummers. Dit pestprotocol wordt door het bestuur van Shin Hajimeru onderschreven, wordt tijdens overlegmomenten met trainers/coaches aan de orde gesteld en ter inzage aangeboden.

 

De 10 gouden gedragsregels binnen onze vereniging

  1. Je beoordeelt een ander niet op zijn/haar uiterlijk
  2. Je sluit een ander niet buiten van activiteiten
  3. Je scheldt een andere niet uit en je verzint geen bijnamen
  4. Je lacht een ander niet uit en je roddelt niet over anderen
  5. Je bedreigt elkaar niet en je doet elkaar geen pijn
  6. Je accepteert een ander zoals hij of zij is
  7. Je bemoeit je niet met een ruzie door zomaar partij te kiezen
  8. Als je zelf ruzie hebt, praat het eerst uit. Lukt dat niet dan meld je dat bij de trainers/coaches.
  9. Als je merkt dat een ander gepest wordt, dan vertel je dat aan de trainers/coaches. Dat is dan geen “klikken” !
  10. Kom je er niet uit, neem dan contact op met één van onze vertrouwenscontact personen binnen Shin Hajimeru.

 

 

Protocol tegen seksuele intimidatie

In dit document hebben wij als bestuur van Shin Hajimeru vastgelegd hoe wij door gewenst gedrag te stimuleren en risicosituaties te mijden seksuele intimidatie binnen de club trachten te voorkomen. Daarna zal behandeld worden hoe wij omgaan met situaties waarin dit toch gebeurt/dreigt te gebeuren. Tot slot zal uitgewerkt worden welke sancties mogelijk zijn als een situatie niet tot een oplossing komt.

 

Gewenste omgang bevorderen judoka’s

Het is erg belangrijk dat judoka’s zich veilig voelen in hun sportomgeving. Hier hoort bij dat zij zich niet seksueel geïntimideerd mogen voelen. Om het risico daarop zo klein mogelijk te maken hebben we een aantal omgangsregels opgesteld. Deze regels zijn hieronder te vinden.

  1. Ik accepteer en respecteer de ander zoals hij is en discrimineer niet. Iedereen telt mee binnen de club.
  2. Ik houd rekening met de grenzen die de ander aangeeft.
  3. Ik val de ander niet lastig.
  4. Ik berokken de ander geen schade.
  5. Ik maak op geen enkele wijze misbruik van mijn machtspositie.
  6. Ik scheld niet en maak geen gemene grappen of opmerkingen over anderen.
  7. Ik negeer de ander niet.
  8. Ik doe niet mee aan pesten, uitlachen of roddelen.
  9. Ik vecht niet, ik gebruik geen geweld, ik bedreig de ander niet, ik neem geen wapens mee.
  10. Ik kom niet ongewenst te dichtbij en raak de ander niet tegen zijn of haar wil aan.
  11. Ik geef de ander geen ongewenste seksueel getinte aandacht.
  12. Ik stel geen ongepaste vragen en maak geen ongewenste opmerkingen over iemands persoonlijk leven of uiterlijk.
  13. Als iemand mij hindert of lastig valt dan vraag ik hem/haar hiermee te stoppen. Als dat niet helpt, vraag ik een ander om hulp.
  14. Ik help anderen om zich ook aan deze afspraken te houden en spreek degene die zich daar niet aan houdt erop aan en meldt dit zo nodig bij het bestuur.

 

Bovenstaande regels worden al bij inschrijving kenbaar gemaakt aan al onze leden en zij dienen hiermee akkoord te gaan voordat ze lid kunnen worden. Tevens zijn deze regels terug te vinden op onze website. Hier wordt ook informatie gegeven over de vertrouwenscontactpersonen(VCP). Het gaat daarbij om zowel een taakomschrijving als de contactgegevens. Aan leden maar ook aan trainers/coaches, het bestuur en aan ouders/verzorgers wordt gevraagd om ongewenst gedrag bij de VCP te melden wanneer zij dit tegenkomen of vermoeden. Naast de algemene omgangsregels hanteren wij ook aanvullende regels voor trainers, coaches en anderen die een actieve rol spelen rondom de jeugdige judoka (hierna: ‘begeleiders’). Het gaat om de volgende regels:

 

Gewenste omgangsvormen Begeleiders

 

  1. De begeleider moet zorgen voor een omgeving en een sfeer waarbinnen de judoka zich veilig kan voelen.
  2. De begeleider onthoudt zich ervan de judoka te bejegenen op een wijze die de judoka in zijn/haar waardigheid aantast, én verder in het privé-leven

van de judoka door te dringen dan nodig is in het kader van de sportbeoefening.

  1. De begeleider onthoudt zich van elke vorm van (machts)misbruik of Seksuele Intimidatie tegenover de judoka.
  2. Seksuele handelingen en seksuele relaties tussen de begeleider en de jeugdige budoka tot zestien jaar zijn onder geen beding geoorloofd en

worden beschouwd als seksueel misbruik.

  1. De begeleider mag de judoka niet op een zodanige wijze aanraken dat de judoka en/of de begeleider deze aanraking naar redelijke verwachting als

seksueel of erotisch van aard zal ervaren, zoals doorgaans het geval zal zijn bij het doelbewust (doen) aanraken van geslachtsdelen, billen en

borsten.

  1. De begeleider onthoudt zich van (verbale) seksueel getinte intimiteiten via welk communicatiemiddel dan ook.
  2. De begeleider zal tijdens training(stages), wedstrijden en reizen gereserveerd en met respect omgaan met de judoka en met de ruimte waarin deze

zich bevindt, zoals de kleedkamer..

  1. De begeleider heeft de plicht – voor zover in zijn vermogen ligt – de judoka te beschermen tegen schade en (machts)misbruik als gevolg van Seksuele

Intimidatie. Daar waar bekend of geregeld is wie de belangen van de (jeugdige) judoka’s behartigt, is de begeleider verplicht met deze personen of

instanties samen te werken, opdat zij hun werk goed kunnen uitoefenen.

  1. De begeleider zal de judoka geen (im)materiële vergoedingen geven met de kennelijke bedoeling tegenprestaties te vragen. Ook de begeleider

aanvaardt geen financiële beloning of geschenken van de judoka die in onevenredige verhouding tot de gebruikelijke dan wel afgesproken

honorering staan.

  1. De begeleider zal er actief op toezien dat deze regels worden nageleefd door iedereen die bij de judoka is betrokken. Indien de begeleider gedrag

signaleert dat niet in overeenstemming is met deze gedragsregels zal hij de daartoe noodzakelijke actie(s) ondernemen.

  1. In die gevallen waarin deze regels niet (direct) voorzien, ligt het binnen de verantwoordelijkheid van de begeleider in de geest hiervan te handelen.

Tevens verlangen wij van alle begeleiders dat zij een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) hebben. Een aantal van de sancties zijn voor de club extern,

denk hierbij aan een vervolging voor overtreding van artikelen uit het Wetboek van Strafrecht. Wel kunnen interne sancties na overleg met de VCP

door het bestuur opgelegd worden. Het bestuur stelt hierbij het collectieve belang van haar leden boven eventueel individueel belang van een lid.

            DE DOJO-ETIQUETTE EN –DISCIPLINE

TIEN GOUDEN REGELS VOOR DE DOJO

Geen schoeisel en sokken op de tatami (= judomat);

Met slippers naar de tatami lopen;

Een schoon judopak;

De judogi (judopak) correct dragen;

De nagels kort en schoon;

Schoon haar en niet voor de ogen, met haarband vastzetten;

Vrouwen moeten borstonderkleding dragen;

Mannen mogen geen hemd of t-shirt dragen;

Geen etenswaren in dojo of in de mond;

Geen sieraden om de hals, pols en vingers.

 

HOUDING IN DE DOJO

De dojo is een plaats van studie, van werk en van uitwisselingen.

Bij aanvang en einde van de les, dient men zich in een rij op te stellen, waarbij de hoogst gegradueerde het meest links gezien vanuit de positie van de sensei (= trainer) zich opstelt. Lager gegradueerden stellen zich naast de hoger gegradueerden op. Respect voor de plaats

De aankomst en het verlaten van de dojo worden gekenmerkt door de groet.  Dat houdt in dat men elke keer groet als men de tatami op komt of af gaat.

De dojo dient ordelijk en netjes achtergelaten te worden (inclusief de kleedkamers en toiletten). Respect voor personen

Men heeft de toestemming nodig van de leraar om de tatami te verlaten.

De hoger gegradueerden hebben de plicht de minder gevorderden te dienen en te helpen.

Voor de laatsten is het gepast met aandacht te luisteren naar hun raadgevingen.  Men moet zijn partner helpen te ontwikkelen en niet een oorzaak van hinder en last zijn.

Het is belangrijk dat men zich bescheiden gedraagt en niet met luide stem spreekt.

Als men niet oefent, moet men aandacht hebben voor de gegeven instructie.

Men behoort zich alleen om te kleden in de kleedkamers.  Men moet stipt zijn en de aanvangs- en sluitingstijden van de les respecteren Als men te laat is, is het beleefd om zich tegenover de leraar te verontschuldigen en te wachten op zijn toestemming, alvorens de tatami te betreden.